Deze woning is ontworpen rond een centrale circulatie-as die zich van voor- tot achtergevel als een glazen gaanderij opent naar de zuidgerichte tuin. Op de statige zuidgevel van het hoofdvolume enten zich speels twee uitbouw-volumes. Ze definiëren tegelijk een patio met waterpartij die lichtreflecties binnenwerpt in de omringende leefruimtes.
Eén uitbouw refereert qua vorm en kleur aan het hoofdvolume waarvan het zich als een schil lijkt los te maken om een "buitenkamer" te definiëren voor de eetplaats.
Een tweede uitbouw biedt aan de straatzijde ruimte aan een rustige werk- en studieplek die toch visueel contact houdt met de leefruimtes. De gevelbekleding met plaatmateriaal plooit zich hier in een strakke horizontale belijning verder langs de voorgevel en om het hoofdvolume van de woning.